Witwang fluiteend
white-faced whistling duck
Dendrocygna viduata
Heet ook wel witwangboomeend
De witwangboomeend hoort bij een grote groep soorten vogels met de naam eendachtigen, waar behalve alle soorten eenden ook alle soorten ganzen en zwanen horen. Zijn naam slaat op het feit dat het witte wangen heeft en soms in bomen nestelt. Omdat de witwangboomeend fluitende geluiden kan maken, heet hij ook wel witwangfluiteend. Bij veel eendensoorten is het zo dat het mannetje en het vrouwtje er ieder qua uiterlijk verschillend zijn doordat ze ieder andere kleuren veren hebben. Een voorbeeld van zo’n eendensoort is de wilde eend (zo heet ie echt; het mannetje daarvan heeft een groen hoofd) die onder andere in Nederland in het wild leeft. De witwangboomeend daarentegen is anders: bij die soort hebben het mannetje en het vrouwtje precies dezelfde kleur veren en zien ze er dus precies hetzelfde uit. In vergelijking met de wilde eend is de witwangboomeend een kleine eendensoort. Daarom kan de witwangboomeend makkelijk op takken van bomen zitten; wilde eenden daarentegen zitten door hun grotere afmetingen (en daardoor grotere gewicht) nooit in bomen.
De witwangboomeend eet zowel plantaardig als dierlijk voedsel en is daarmee dus een alleseter. Hij eet wormen, kleine kreeftjes, zaden, grassen, waterplanten en ander plantenmateriaal.
De witwangboomeend komt voor in Afrika en Zuid-Amerika. Voor een eend is dat vrij opvallend, omdat er niet veel eendensoorten zijn die zowel in Afrika als Zuid-Amerika voorkomen. In zowel Afrika als Zuid-Amerika leeft de witwangboomeend in rivieren, meren en moerassen waar er veel struiken en andere laagstaande planten in de buurt zijn. Hij gebruikt struiken en andere laagstaande planten namelijk om onder te schuilen en eieren uit te broeden. De witwangboomeend leeft ook in rivieren, meren en moerassen in berggebieden, tot op 3000 meter hoogte.
Bij de witwangboomeend maken het mannetje en het vrouwtje samen het nest en broeden zij beide de eieren uit. Het nest van deze eendensoort is helemaal gemaakt van grassen en grotere en kleinere takjes. De aanstaande ouders maken dit nest soms op de tak of in het hol van een boom, maar meestal maken zij hun nest op een door struiken beschutte plek op de grond. Als het nest eenmaal voltooid is, dan legt het vrouwtje er 8 tot 12 eieren in. Het vrouwtje en het mannetje broeden de eieren om de beurt uit. Dat doen zij 4 weken lang, waarna hun kuikens uit de eieren komen.
In het wild gaat het volgens de wetenschap goed met de witwangboomeend. Wetenschappelijke onderzoeken tonen namelijk aan dat er in alle gebieden in Afrika en Zuid-Amerika waar deze eend voorkomt in totaal 1,7 miljoen tot 2,8 miljoen exemplaren van in het wild leven. Ook nemen volgens diezelfde onderzoeken de aantallen wilde witwangboomeenden elk jaar toe. Al deze feiten maken dat de witwangboomeend geen bedreigde diersoort is.