Zuidelijke hoornraaf
southern ground hornbill
Bucorvus leadbeateri

Leeft van Kenia tot Zuid Africa
Het zijn grote zwarte vogels die voornamelijk op de grond leven in verschillende landen in Afrika. De zuidelijke hoornraaf heeft een lichaamslengte van 100 cm en in vlucht een spanwijdte van bijna twee meter. De vogel is diepzwart van kleur. De handpennen van de vleugels zijn echter wit. Als de vogel niet vliegt is dit nauwelijks te zien omdat de vleugeldekveren zwart zijn. Alleen in vlucht worden de witte slagpennen plotseling zichtbaar. Er is weinig verschil tussen de seksen. Net als bij neushoornvogels hebben de vogels een naakte huid rond het oog en een onbevederde keelzak. Bij zowel mannetjes als vrouwtjes is deze keelzak overwegend rood, bij onvolwassen vogels is die grauwbruin. Vrouwtjes zijn gemiddeld wat kleiner en hebben een minder duidelijke “hoorn” op de bovensnavel dan het mannetje. Zuidelijke hoornraven leven in groepen van twee tot acht vogels. Eén paar uit de groep broedt en de rest helpt bij het verdedigen van het territorium. Er wordt genesteld in boomholten of in rotsspleten. Het legsel bestaat meestal uit twee eieren waaruit vaak maar één jong met succes wordt grootgebracht. De voortplantingssnelheid is zeer laag. Uit een Zuid-Afrikaanse studie bleek dat een groep maar eens in de negen jaar met succes één jong grootbracht.